fbpx

Uncategorized

Illustratie : Prisca Jourdain
Een woning behouden na een leven op straat 1024 712 L'Ilot

Een woning behouden na een leven op straat

Door de sterke stijging van de energieprijzen en door de algemene infl atie is een groot aantal mensen veroordeeld tot bestaansonzekerheid. Een nieuwe woning voor daklozen vinden is een eerste stap; daarna moeten zij er ook in slagen om de woning te behouden.

Daarom moet er, naast de ontwikke-ling van een aanbod aan waardige, toegankelijke en duurzame woningen, ook thuisbegeleiding aangeboden worden. Dat is de taak van onze twee diensten Thuisbegeleiding (S.Ac.A.Do.), waarvan de ene actief is in de regio Brussel en de andere in de regio Charleroi. Door zich aan te passen aan het ritme van de persoon of het gezin voor wie een woning gevonden werd, spelen de diensten een essentiële rol in het leven van deze mensen en werken op verschillende terreinen, zodat de gebruikers zich de woning kunnen toe-eigenen en er een evenwicht kunnen vinden.

Administratieve ondersteuning om het papierwerk af te handelen, budgetbegeleiding om prioriteit te geven aan de betaling van rekeningen en schulden, raad van professionals om de maatschappelijke steunverlening waarop eenieder recht heeft beter te begrijpen en te ontvangen, begeleiding bij de in-schrijving in een gezondheidscentrum of bij de zoektocht naar een waardi-gere woning of een woning die beter beant woordt aan de fi nanciële mid-delen, hulp bij het scheppen van nieuwe sociale banden of bij de integratie in de wijk... Of, simpelweg, een luisterend oor en psychosociale ondersteuning om de moed erin te kunnen houden...

Een ondersteunend netwerk rondom de betrokken persoon is een belang-rijke voorwaarde alvorens de be-geleiding stop te zetten. Als het op fi nancieel, medisch, administratief en woonvlak beter gaat met de persoon in kwestie, komen soms eenzaamheid en de angst om zich alleen tussen vier muren te bevinden om de hoek kijken. Die eenzaamheid kan zorgen voor onaangepaste reacties en nieuwe problematieken (neiging tot drinken, in zichzelf gekeerd geraken, verlei-ding om weer op straat te gaan leven en om zijn of haar vroegere overle-vingsnetwerk op te zoeken, enz.).

In 2021, begeleidde één van onze S.Ac.A.Do.-teams bijvoorbeeld Marie, die een huur van 900 euro betaalde met een OCMW-uitkering voor alleenstaanden van eveneens ongeveer 900 euro. Je begrijpt al snel hoe moeilijk het voor haar was om menswaardig te kunnen leven met een huur die even hoog was als haar inkomsten. Als ge-volg van een werkongeval waren de cognitieve vaardigheden van Marie achteruitgegaan. Wij hebben haar daarom geholpen bij haar aanvraag bij de Federale Overheidsdienst Soci-ale Zekerheid om een erkenning als gehandicapt persoon te krijgen. Uiteindelijk had Marie recht op een bijko-mend inkomen, waarmee ze met een rustiger gemoed kon leven.

Door de coronacrisis in 2020 waren we genoodzaakt onze manier van werken aan te passen en konden we geen thuisbezoeken meer doen. Het gemis aan contact had een enorme impact op de begeleide personen: ze hadden enorm geleden onder de eenzaamheid, temeer daar het grotendeels om alleenstaanden ging met weinig sociale contacten en een zo goed als onbestaand familienetwerk.

Tijdens dat jaar hebben we meer dan ooit het belang van ons werk ingezien en dat van één van onze belangrijkste werkterreinen: bij de mensen thuis. Daarom hebben we in 2021 van het herinvoeren van thuisbezoeken een prioriteit gemaakt. Tijdens die bezoeken werden uiteraard de gezondheidsmaatregelen strikt nageleefd. Daarnaast hebben we ook opnieuw collectieve activiteiten georganiseerd, zowel culturele, sociale of vrijetijdsactiviteiten als ontspan-nende activiteiten. Zo werd er een picknick, een cinemadebat, een bowling en een bezoek aan de kerstmarkt georganiseerd om de eenzaamheid te doorbreken die ontstaan was tijdens de pandemie.

>> Lees ons activiteitenverslag.

Zich thuis voelen dankzij de SIL 1024 734 L'Ilot

Zich thuis voelen dankzij de SIL

Hulp tijdens de verhuis of het intrekken in een woning, materiaal en meubels ter beschikking stellen, meubels installeren, schoonmaken en herstellingen en kleine werken uitvoeren zijn allemaal concrete acties aangeboden door de SIL, onze Huisvestingsdienst, die een sectorspecifi eke aanpak heeft voor elke dakloze die gebruikmaakt van de Brusselse diensten.

De SIL werd midden in de coronacrisis op-gericht en is actief sinds november 2020. De dienst biedt logistieke begeleiding aan daklozen wanneer ze in een woning intrekken. De dienst helpt hen zich hun nieuwe woonplek eigen te maken zodat ze zich er daadwerkelijk thuis voelen. Doordat wij hen meubels, elektri-sche apparaten, decoratieve elementen, enz. laten kiezen en gratis geven, kunnen begeleide personen hun nieuwe interieur naar eigen smaak inrichten. Zo voelen zij zich waardiger en wordt de band met hun woning versterkt, wat de kans om de woning te behouden vergroot.

>> Lees ons activiteitenverslag.

’t Eilandje: 5 krachtlijnen 1024 389 L'Ilot

’t Eilandje: 5 krachtlijnen

5 krachtlijnen: noodopvang, tijdelijk verblijf, huisvesting, opleiding en een job en gezonde voeding.

Hartelijk dank aan Ariane, Charline, Philip, Kasole, Stephan, Ana, Simon, Eric, Khalid, Véronique, Fred, Julie, Edgar, de medewerkers, vrijwilligers en bewoners die dag na dag deelnemen aan het leven van L'Ilot.

Help ons een locatie te vinden voor het toekomstige Dagcentrum voor dakloze vrouwen! 820 312 L'Ilot

Help ons een locatie te vinden voor het toekomstige Dagcentrum voor dakloze vrouwen!

‘t Eilandje heeft de ambitie om het eerste dagcentrum voor dakloze vrouwen in Brussel te openen.De voorbije maanden heb ik gewerkt aan de specifiek noden van daklozen vrouwen en heb ik, samen met hen, bekeken hoe het “ideale” laagdrempelige dagopvangcentrum voor vrouwen eruit ziet.Mijn vaststellingen, mijn aanbevelingen en de beschrijving van dit project , dat mee vormgegeven is met vrouwen die weten wat het betekent om rond te dolen, met verenigingen uit de sector van de hulp aan daklozen, met feminisme-organisaties en met academici,  kan u lezen in het verslag  ”Dakloosheid bij vrouwen: maak de onzichtbaren zichtbaar” dat hierbeschikbaar is. U vindt ook een verslag over de realiteit van dakloosheid bij vrouwen in de onderstaande video.

Nu is het moment om die droom te realiseren!

Een noodzakelijke eerste stap is dat we een locatie vinden voor dat centrum,”het ankerpunt voor vrouwen zonder woonplaats”, zoals Marie het noemt, een van onze ervaringsdeskundigen die aan het project heeft meegewerkt.  En we hebben u nodig! We zoeken een plek met:

  • een oppervlakte van 300m² of meer, ideaal 600 m²;
  • centraal gelegen (in de vijfhoek);
  • dicht bij een tramhalt of metrostation.

Kent u, binnen uw kennissenkring, leegstaande panden, eigenaars die graag samen met ons in dit vernieuwende project willen stappen?  Er zijn heel wat soorten gebouwen die geschikt zijn: grote ruimten die in modules kunnen ingedeeld worden, het type openbare gebouwen (oude schoolgebouwen, sportcomplexen, enz.), een grote eengezinswoning die aan renovatie toe is, een handelsgelijkvloers, oude kantoren, …Voor ons tikt de tijd! Spreek erover binnen uw kennissenkring, en neem zeker contact met ons als u een concreet voorstel hebt. We zijn ervan overtuigd dat een dagcentrum dat enkel gericht is op dakloze vrouwen, met een gendergerichte benadering en een team dat volledig opgeleid wordt voor hun specifieke problematiek, jammer genoeg een noodzaak is, een dringende noodzaak, in de hoofdstad van Europa. U kan er misschien toe bijdragen om dat project te realiseren!  U kan me contacteren door te antwoorden op deze mail of op tel. 0489.67.28.53. Van ganser harte dank!Elodie BlogieVerantwoordelijke voor het project “Dagcentrum voor vrouwen"

De specifieke opvang van kinderen in ‘t Eilandje 900 414 L'Ilot

De specifieke opvang van kinderen in ‘t Eilandje

Illustratie Prisca Jourdain

Wanneer kinderen in ‘t Eilandje aankomen, beschouwen hun ouders hen vaak gewoon als ‘bagage’, als een aanhangsel, en niet meer als een volwaardig persoon. Dat is het resultaat van de hele lijdensweg die élk gezin heeft doorgemaakt voor het in een van onze drie opvanghuizen aanbelandt. Ook al blijft de liefde die hen aan hun kinderen bindt altijd groter, toch slagen veel moeders en vaders die tot over hun oren in de problemen zitten, verteerd worden door de problemen en ontzettend veel schaamte voelen dat het zo ver gekomen is, niet meer de kracht om hun kinderen op de eerste plaats te zetten. Maar wie wel? 

De maatschappelijke teams van onze vereniging – en zeker de verantwoordelijken voor de steun bij het ouderschap en de referenten voor kinderen – zijn er vooral om ‘de kinderen’ opnieuw een plaats te geven in het traject van hun ouders, die vaak menen dat een baby of een peuter toch niet veel begrijpt van de situatie waar ze in zitten. Maar ook al kan een kind nog niet spreken, het voelt wel veel: stress, angst, onzekerheid … 

In functie van hun leeftijd en van de relaties met hun naaste omgeving, hebben kinderen wanneer ze bij ’t Eilandje aankomen, meer of minder ‘schade’ opgelopen door de beproevingen die ze hebben doorstaan. Sommigen drukken niet uit en tonen ook niet meteen in hoeverre ze getekend zijn door de gebeurtenissen.  

De professionnals zijn dus erg aandachtig voor de uitgedrukte emoties, voor de plaats die men aan de kinderen laat, voor het respect voor hun behoeften (ritme, spelletjes, luisteren, enz.). Want wanneer dingen onbespreekbaar blijven, leidt dat geheid tot negatieve gevolgen voor het gezin. Er moet dus een belangrijk werk verricht worden om te zorgen dat kinderen die in het opvanghuis zitten, zich kunnen uiten via specifieke activiteiten en individuele gesprekken. 

Wanneer alles goed loopt, zijn de kinderen uiteindelijk erg tevreden dat ze in ’t Eilandje zijn: er zijn veel vriendjes, spelletjes, activiteiten, … Het is het verlengde van de school, die andere kleine cocon die ver van alle problemen weg is. Er ontstaan affectieve en vertrouwensbanden, met de opvoeders en opvoedsters, andere bewoners en hun kinderen. Het team moet er wel op letten dat die banden niet tot nog meer moeilijkheden leiden bij het vertrek: wanneer men zich hecht, is het nog moeilijker om “tot ziens” te zeggen, om dat hele proces opnieuw te doorlopen in een ander opvanghuis of in zijn nieuwe woning als ons team er een heeft kunnen vinden voor het gezin. Om dat op te vangen, kunnen de activiteiten om het ouderschap te ondersteunen nog een tijdje doorlopen nadat een gezin het opvanghuis van ’t Eilandje heeft verlaten. 

Ook al doen de teams al wat ze kunnen om de onschuld van de kinderen te bewaren, ze worden regelmatig geconfronteerd met geweld, met crisissituaties of met de geestelijke gezondheidsproblemen van andere bewoners van het opvanghuis. De opvoeders en maatschappelijk assistenten kunnen er met hen over spreken… tenzij hun ouders dat weigeren, wat jammer genoeg vrij vaak gebeurt. 

Er kan nog veel vooruitgang geboekt worden opdat de kinderen er in de best mogelijke omstandigheden opgevangen worden en kunnen verblijven, te beginnen met lokalen die beter aangepast zijn aan hun specifieke behoeften: momenteel kunnen we in het opvanghuis geen gesprek met een ouder en/of diens kinderen voeren zonder dat we gestoord worden of kunnen gehoord worden door mensen die in de gang spreken en soms roepen … 

Er moeten dringend structurele middelen worden vrijgemaakt opdat de kinderen kunnen genieten van lokalen die volledig aangepast zijn aan hun behoeften en opdat er initiatieven worden opgestart om hen te begeleiden, te omkaderen, op de best mogelijke manier als hun gezin in een kwetsbare situatie zit.

De Kart #2 de begeleiding van jongeren op de dool :het project MACADAM 1024 875 L'Ilot

De Kart #2 de begeleiding van jongeren op de dool :het project MACADAM

Madeleine Guyot, voorzitster van de vereniging Macadam - jongeren op de dool, en Simon Niset, directeur van een van de opvanghuizen voor alleenstaande mannen van ‘t Eilandje in Charleroi wisselen van gedachten over de specifieke kenmerken van de begeleiding van jongeren (tussen 15 en 26 jaar).

'T Eilandje: Simon Niset, Vangt u
jongeren op in uw opvanghuis?

Simon Niset: Ja, in 2019 en in 2020
waren 20% van onze bewoners zijn
jongeren tussen 18 en 24 jaar. Dat
is behoorlijk veel. Het is een recente
evolutie.

'T Eilandje: Hoe zijn die bij u
aangekomen?

Simon Niset: Dat kan op verscheidene
manieren gebeuren. Ze kennen
opvanghuizen, of ze hebben zich tot
een sociale dienst van de eerstelijnszorg
gericht, of ze telefoneren zelf spontaan
in de hoop ergens een opvangplaats
en tijdelijk onderdak te vinden... Wat
mij treft is dat veel van die jongeren
al een geschiedenis in de jeugdhulp
hebben. Men kan zich dus afvragen
of er iets mislukt is in een vroeger
stadium, in het gezin en daarna bij
de instellingen die geacht worden
de taak over te nemen. Iemand tot
zelfstandigheid te brengen, is altijd
complex geweest. We moeten echter
vaststellen dat het voor een flink deel
van de jongeren niet werkt zoals het
zou moeten.
Met het team van maatschappelijk
assistenten en opvoeders van ons
opvanghuis van 't Eilandje, stellen
we ons vragen bij de opvang van die
doelgroep en onder andere of een
huis dat voor alle leeftijdsgroepen
openstaat, wel de geschikte oplossing
is. We stellen twee dingen vast: ten
eerste raken bepaalde subgroepen
jongeren in conflict met de oudere
bewoners, en ten tweede zien we de
potentieel slechte invloed van die
oudere bewoners op de jongeren,
zeker op jongeren die een vaderfiguur
zoeken. Tegelijkertijd geloof ik sterk
in het mengen van alle leeftijden en
doelgroepen. Enerzijds loop je, door
specifieke structuren voor jongeren
op te zetten, het risico dat ze elkaar

neerhalen. Anderzijds, en dat moeten
we eerlijk toegeven, hebben we al
jongeren opgevangen die bij hun
vertrek zwaarder beschadigd waren
dan toen ze aankwamen, omdat ze de
foute mensen hadden ontmoet, vaak in
verband met verslavingsproblemen.

'T Eilandje: Het risico op ‘afglijden’
zou volgens u kleiner zijn als de
jongeren onder elkaar blijven en
geen contact hebben met de oudere
doelgroep?

Simon Niset: Ik zou niet zeggen dat
het een problematiek is die eigen is
aan het feit dat de jongeren bij elkaar
hangen. Het is volkomen normaal
dat jongeren samenklitten. Wat voor
ons zo complex maakt, is dat we hen
duidelijk moeten maken dat er voor
hen andere dingen op het spel staan
dan voor jongeren die in een gezin
zitten. We kunnen respecteren dat men
op z’n 18 gaat feesten, zorgeloos en
onbekommerd is... Maar een jongere
blijft 9 maanden bij ons, en als we op
die 9 maanden tijd de huisvesting niet
rond krijgen, dan gaat hij opnieuw op
straat belanden. Zo'n jongere moet dus
dringend in actie schieten, maar soms
is het moeilijk om hen dat te doen
inzien.

Madeleine Guyot: Wat Simon zegt,
klinkt op alle niveaus sterk door.
Het is een complexe kwestie. Deze
doelgroep wil dat hun aanvragen (en
ook het “niet aanvragen”) gehoord
worden, wil begrepen worden en wil
dat opnieuw een band tot stand wordt
gebracht. Het project Macadam wil een
laagdrempelige en onvoorwaardelijke
dagopvang bieden aan een doelgroep
die afgehaakt heeft en wil hen zo
spoedig mogelijk een antwoord buiten
de instellingen bieden. Laagdrempelig
betekent dat elke jongere er welkom
is, ongeacht hoe complex zijn situatie

is, ongeacht in hoeverre hij op eigen
benen staat.

'T Eilandje: Wat bedoelt u met ‘een
antwoord buiten de instellingen’?

Madeleine Guyot: Dat betekent dat
we aan de structuur constant de
kans geven om zich af te vragen of
de diensten die hij aanbiedt, wel
aansluiten bij de noden. Dat betekent
dat we de structuren dwingen om
zich aan te passen aan de jongeren,
in plaats dat de jongeren zich moeten
aanpassen aan de structuur. Het
betekent ook dat we vermijden met
een starre structuur te werken, want
voor bepaalde jongeren werkt het om
een project op te starten, werkt een
huisvestigingsproject, enz. maar voor
heel wat andere jongeren werkt dat
niet meer. Ze hebben een time-out
nodig. Macadam wil hen dat bieden,
met een begeleiding. Dat impliceert
dat het project Macadam bereid
is om te luisteren naar de vragen
die de jongeren niét stellen. Dat
zijn de drie krachtlijnen van
Macadam: onvoorwaardelijk, geen
vastgeroeste instelling zijn, en luisteren
naar het niet aanvragen.

'T Eilandje: Is het feit dat je wordt
gefinancierd door de overheden, die
verwachtingen koesteren, geen risico
dat het toch een ’instelling’ gaat
worden?

Madeleine Guyot: De kern van
Macadam is precies de intersectorale
werking: geestelijke gezondheidszorg,
jeugdhulp, dakloosheid, strijd tegen
armoede, enz. 't Eilandje kent deze
aanpak goed genoeg, omdat het in de
raad van bestuur zetelt en met vele
andere sectoren samenwerkt. Dat
waarborgt een ruimere blik dan louter
de blik van één enkele speler, van één
enkele “beleidsvisie”. Macadam wil niet
in een hokje terecht komen en wil op

de wip zitten tussen meerderjarigheid
en minderjarigheid, dakloosheid,
jeugdhulp, geestelijke gezondheid,
strijd tegen armoede, enz.

'T Eilandje: Simon Niset, wat vindt
u van het idee om een laagdrempelige
dagopvang voor jongeren te openen?

Simon Niset: Ik denk dat het een
zeer zinvol initiatief is. Het is ook
echt dringend. Die nood is eerder
al aangekaart door Philip De Buck,
directeur van het dagopvangcentrum
van 't Eilandje. Hij was gealarmeerd
door het aantal jongeren dat hij zag
langskomen, door hun moeilijkheden
om hun plaats te vinden in een
centrum dat voor iedereen openstaat,
door de moeilijkheid van het team
om aan hun specifieke noden en
verwachtingen te voldoen en door de
mogelijk slechte invloed die de oudere
bewoners zouden kunnen hebben
op de jongere bewoners die Philip
De Buck als uitermate kwetsbaar
beschouwt.

'T Eilandje: Wat is de goede manier
om die jongeren op te vangen en te
begeleiden?

Simon Niset: Ik meen dat we naar een
maximale diversiteit moeten streven en
homogene groepen moeten vermijden,
opdat alle jongeren zich uitgenodigd
voelen om naar het centrum te komen.
Verder zijn die jongeren volop aan hun
persoonlijkheid aan het werken, stellen
ze een systeem en elke andere vorm
van gezag in vraag. Er is dus een kader
nodig dat duidelijk is maar waarmee de
opvoeders intelligent kunnen omgaan,
anders dreigt het bijzonder ingewikkeld
te gaan worden.

Madeleine Guyot: We vangen
alle jongeren op, door de
opvangmodaliteiten aan te passen.
Het enige wat die jongeren gemeen

hebben, is dat ze op de dool zijn.
We spreken dan over migranten,
LGBTQI+, tienermoeders, enz. Je
moet hen kunnen aanspreken en
begeleiden op een manier die relevant
is in functie van hun situatie, en
je moet zeer reactief zijn. Tot slot
willen we hun participatie binnen
Macadam versterken, dat ze gehoord
worden door de politici, dat ze als
ervaringsdeskundigen optreden, enz.

'T Eilandje: Wat zijn de uitdagingen
en de aandachtspunten?

Simon Niset: We hebben een stevig
en groot team nodig om die jongeren
ook zeer concreet te begeleiden bij
hun administratieve stappen of bij
het zoeken naar een woning. En de
structuur goed integreren in de wijk,
zodat de jongeren er vlot binnen
kunnen, zonder dat ze moeten vrezen
dat ze niet welkom zijn.

Madeleine Guyot: Ze zijn met veel.
We moeten vermijden dat ze in de
beruchte “mobiliteitslus” van jongeren
op de dool belanden, die steeds tussen
dezelfde diensten heen en weer gaan
en die telkens weer op uitkomen waar
ze begonnen waren. Het komt erop
aan het traject van die jongeren te
verbeteren. Dat betekent dat we een
intersectorale benadering moeten
versterken, dat is noodzakelijk. We
moeten er ook in slagen jongeren te
bereiken die moeilijker te bereiken zijn,
zoals slachtoffers van mensenhandel
en seksuele uitbuiting. We willen ook
een expertise over die doelgroepen
opbouwen, die alle actoren uit de
sector ten goede kan komen. Tot slot
moeten we zorgen dat de financiering
in verhouding staat met wat er op het
spel staat. We hebben het duidelijke
en concrete engagement van de politici
over deze kwestie nodig.

De Kart #2 getuigenis 1024 516 L'Ilot

De Kart #2 getuigenis

Antoine is 17.
Hij woonde bij zijn moeder,
zijn stiefvader en diens kinderen.
De hel van de straat kent hij al.

het appartement was te klein voor iedereen
men riep me niet als het etenstijd was mijn stiefvader
zei me dat ik moest zwijgen voor mij stond er geen bord
geen bestek niets
ze gingen naar oma en opa mij zeiden ze niets
het was allemaal voor de kleintjes niets voor mij
ze hebben me te vaak stokken in de wielen gestoken
ik weet niet hoe ik het moet uitleggen
ik wilde gewoon meisjes versieren
muziek maken, feesten met de vrienden snap je
mijn stiefvader
mijn stiefvader dat was het niet.
mijn punten waren ook niet goed
ik maakte altijd te veel lawaai
ik studeerde niet genoeg en ging te veel uit,
ik ging niet voluit, dat had ik moeten doen
dus toen hij me sloeg
zie daar
en zo voilà

u zegt mevrouw het is maar enkele dagen ik heb wat problemen
maar het gat wel ik los het wel op maak u geen zorgen
maar niet maar het gaat niet
ik kan nergens naartoe
toen ik ben vertrokken heeft mijn stiefvader geroepen
dat ik maar beter niet terugkwam
mijn moeder weende
maar heeft niets gezegd, ze is bij hem gebleven ze is gebleven en dan
het spijt me
ik heb het niet lang volgehouden ik bedoel de school slapen bij vrienden
en dan welke vrienden ze waren er niet
en hun ouders wilden sowieso niet dat ik met hen optrok
ik ben niet zoals het hoort
men bekijkt me, overal war ik naartoe ga lacht men me uit
snap je plots begrijp je dat je op niemand kan rekenen
dan moet je ergens naartoe gaan waar men je niet kent

als je té depri bent zijn er altijd mensen in het centrum
je ziet gasten fuiven ze zijn dronken ze snappen niet echt
wat er aan de hand is het maakt hen niet uit waar je vandaan komt
als je het goed aanlegt kan je met hen aanpappen ze trakteren je wat pintjes
een sigaretje je voelt je wat minder alleen
maar dat duurt niet lang
je gaat met hen mee naar de cafés ze schuiven je iets toe
je snapt wel wat ik bedoel
plots denk je dat het goed zit, maar neen
daarna is het hetzelfde je kan nergens heen
naar mijn moeder neen laat maar
neen
ik hoop niet dat ze op mij wacht
misschien zit ze wel te wachten mogelijk maar
ik weet het niet
op de bank slapen dat is serieuze kost
allez je trekt een laatste keer aan je sigaret
in het donker en je hoort geluiden rond je
wat doe je dan
dan stap je en stap je de hele nacht lang
je wacht tot de zon weer opkomt
het eindigt nooit
misschien is er daarna een plaatsje
in een of ander centrum
ergens
en dan word je razend omdat je bij jezelf zegt
als je nu al zo is wat zal het zijn als ik 18
ben ben ik verloren
ben ik verloren

De Kart #2 cijfers en terminologie 1024 576 L'Ilot

De Kart #2 cijfers en terminologie

25,5 %

20%

4 kinderen op 10

20,6%

933

1 Brussels kind op 4

werkloosheid bij de min
24-jarigen (met andere woorden:
jongeren die als werkzoekende
ingeschreven zijn bij de overheidsdiensten
voor arbeidsbemiddeling
zoals Actiris of de Forem. Jongeren
die niet ingeschreven zijn, zijn
onzichtbaar en vallen buiten deze
cijfers).

20% van die jonge werklozen is
ook ingeschreven bij het OCMW.

in Brussel worden geboren
in een gezin dat onder de
armoededrempel leeft.

van de Belgische kinderen woonde
voor de Corona-crisis in “arme”
gezinnen. We verwachten dat dit
cijfer na deze crisis tot 25% zal
oplopen.

933 minderjarigen werden in 2020
als dakloos geregistreerd, dat is op
twee jaar tijd een stijging met 50,7%.
(Telling van Bruss’Help in het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest).

groeit op in een gezin zonder
inkomsten uit arbeid.

Niet plaatsbare jongeren

Deze term komt uit de sectoren van de
jeugdhulp, geestelijke gezondheidszorg
en gehandicaptenzorg om jongeren aan
te duiden die op de grens tussen deze drie
sectoren zitten en die geen dienst vinden
die een antwoord biedt voor hun noden.
De begeleidingen die de instellingen
hebben opgezet, hebben ze geprobeerd
maar hebben gefaald. Het is ook de titel
van een documentaire van het Forum
tegen Ongelijkheden, die we u aanbevelen.

130 “niet plaatsbare jongeren” in de Federatie Wallonië-Brussel

NEET

(Not in Employment, Education or
Training): niet op school, aan het werk of
op stage. Je kan heel kortstondig “NEET”
zijn, zonder risico in een kwetsbare
situatie te komen, of je kan het heel
langdurig zijn en uit het systeem vallen.
Deze definitie moet in vraag gesteld
worden, want ze is gebaseerd op negatieve
omschrijvingen terwijl die jongeren
vaak heel dynamisch zijn en in actie
komen. Volgens het IWEPS (Institut
Wallon de l’Evaluation, de la Prospective
et de la Statistique) zouden in 2020
(dus voor de corona-crisis) 14,1% van
de 18-24-jarigen in het Brussels
gewest tot deze groep behoren, 14,8%
in Wallonie en 8,8% in Vlaanderen.

14,1 % de NEET in het Brussels gewest.

NBMV

Niet-Begeleide Minderjarige
Vreemdelingen: dat zijn jongeren van
buitenlandse origine die zonder hun
ouders of wettelijke vertegenwoordigers
in België zijn aangekomen. Sommigen
beginnen een asielprocedure, maar
velen doen het niet omdat ze hopen
door te reizen naar een ander Europees
land. Daardoor wordt hun situatie nog
zwakker. Die jongeren ontvluchten vaak
een zeer kwetsbare situatie en hebben
in hun land van herkomst ook vaak
al op straat geleefd. Omwille van hun
traumatische migratietraject en hun
moeilijke situatie in België, ontwikkelen
ze vaak verslavingsproblematieken.

93 NBMV in de Federatie Wallonië-Brussel in 2019.

Jongeren op de dool

Jongeren op de dool zijn jongeren
van 12-13 tot soms 25 jaar. Ze zijn ook
niet altijd dakloos in de enge betekenis
van het woord, maar gaan steeds heen
en weer tussen vrienden, sociaal verblijf,
familie, openbare plaatsen, kraakpanden,
enz. Die jongeren hebben de band
met thuis, de school, de instelling
losgelaten. Doordat ze geografisch
rondzwerven, is het bijzonder moeilijk
hen op te volgen. Daarom ontstond het
idee om een ankerpunt te creëren, dankzij
de nieuwe opvangstructuur Macadam
waar 't Eilandje actief aan meewerkt. Deze
structuur wil laagdrempelig
en onvoorwaardelijk zijn.

De Kart #2 jongeren op de dool 1024 576 L'Ilot

De Kart #2 jongeren op de dool

Jongeren en dakloosheid. Waar beginnen we? De realiteit is zo complex. Elke jongere heeft zijn eigen traject en problemen. Er is geen “one size fits all”, geen standaardoplossing die in alle opzichten voor iedereen past. En enkel de vraag van dakloosheid lost het probleem niet op.

Want een dakloze jongere is een jongere die gebroken heeft met zijn familie, of die de school verlaten heeft, of beide. Die misschien het slachtoffer is geworden van geweld, of geboren is in een kansarm gezin, of beide.Die een rugzak met trauma’s meedraagt, misschien een tijdje in de delinquentie heeft gezeten om te overleven, in drank of drugs is gevlucht om aan zijn of haar situatie te ontsnappen, of dat allemaal tegelijk.

Achter het woord “jongeren” kan veel schuilgaan: een zeer jonge vrouw die een gewelddadige thuissituatie is ontvlucht, een niet-begeleide minderjarige die in België is aangekomen na een pijnlijke en traumatiserende migratie, een stiefzoon waar de nieuwe partner niet wilde van weten, een meisje met een lichte handicap die door haar familie wordt verworpen of niet wordt begrepen. Of dat kind dat is opgegroeid in een gezin in moeilijkheden, opgevangen wordt door Pleegzorg, zich steeds meer gaat verzetten tegen elke institutionele opvang, een conflict heeft met “het systeem” dat volgens hem te weinig luistert, te veel regels oplegt, te star is... en onrechtstreeks ook te gewelddadig is.

In de loop van zijn of haar traject hebben de volwassenen die hem of haar moesten dragen, gefaald. Die jongere voelt zich in de steek gelaten of zelf verworpen door de maatschappij, en dat is begrijpelijk. Die maatschappij vraagt hem aan de ene kant om steeds vroeger voor zichzelf te zorgen, maar geeft aan de andere kant de middelen niet. De jongeren moeten de kost verdienen, de huishuur betalen, kortom op eigen benen staan, maar er zijn geen jobs meer en de huurprijzen zijn te hoog. Moeten we er nog aan toevoegen dat Corona en zijn gevolgen die situatie enkel erger hebben gemaakt?

Een jongere zonder vaste woonplaats is in drie opzichten op de dool: fysiek (van de ene plaats naar de andere), institutioneel (van de ene dienst naar de andere) en psychologisch (van de ene onzekere situatie naar de andere, zonder vaste stek). Die jongeren slapen een nacht bij vrienden, een nacht op een openbare plaats (de straat, een metrostation, een cinema, enz. ) en soms in een sociale opvangplaats. Ze drijven steeds
verder weg van de instellingen (en daarmee ook van de plaatsen waar ze zich op hun rechten kunnen beroepen) want die zijn ontoegankelijk geworden, zijn niet langer aangepast, en staan gelijk met geweld. Bij 't Eilandje spreken we eerder van jongeren op de dool dan van dakloze jongeren. Omdat die jongeren voortdurend in beweging zijn en de institutionele structuren wantrouwen, is het bijzonder moeilijk om hen te begeleiden.

Daarom hebben we eind 2020 actief meegewerkt aan de oprichting van Macadam, een dagopvang voor jongeren op de dool, dat in juli 2021 werd geopend. Macadam heeft net als taak om een ankerpunt te creëren, een plaats waar die jongeren naartoe kunnen komen en kunnen terugkomen, zich even neerzetten en uitrusten en waar een vertrouwensband kan groeien. Om rekening te houden met de complexe realiteit van elk van die jongeren, werd het project intersectoraal uitgewerkt met organisaties uit de sector van hulp aan daklozen, hulp aan jongeren, jeugdzorg, strijd tegen ongelijkheden en geestelijke gezondheidszorg (Le Méridien, het Brussels Forum tegen Ongelijkheden, de Ligue bruxelloise pour santé mentale, AMO Cemo, Abaka en SOS jeunes).

Want jammer genoeg wordt de situatie elk jaar erger: niet alleen stijgt het aantal jongeren op de dool voortdurend, maar ze worden ook steeds vroeger in hun leven met dakloosheid geconfronteerd. Enkel en alleen al in Brussel spreken we over meer dan 900 minderjarigen, dat is 50,7% meer dan in 2018!

Maar onze teams blijven optimistisch en vastberaden: er is geen sprake van onze jongeren te laten vallen. De werkpunten zijn duidelijk: plaatsen buiten de instellingen creëren waar de jongeren in alle vrijheid kunnen zeggen wie ze zijn, hoe ze zich in het leven zien; intersectoraal werken om hen beter te begeleiden in de globaliteit en de complexiteit van hun traject en in de specifieke context die de fase “jeugd” zeker is; naar hen luisteren en hen de kans bieden om mee te werken aan oplossingen voor hen. Onze jongeren, en die jongeren in het bijzonder, moeten opnieuw hun plaats in de maatschappij vinden: zij zijn immers de hoop en de toekomst. Daarom moeten we naar hen kijken en hen beschouwen als mensen en niet als problemen. De politici moeten dringend het vertrouwen herstellen door naar hen te luisteren, in plaats van hen een maatschappijvisie op te leggen die niet bij hen past.

Want het komt erop aan hen opnieuw hun waardigheid en hun plaats in onze maatschappij te geven. Die jongeren verdienen dat. Als maatschappij kunnen we hen niet opnieuw in de steek laten.

Ariane Dierickx, Algemeen Directrice van 't Eilandje

Bernard De Vos, Afgevaardigde voor de kinderrechten

UITWEG – een innovatief project voor begeleiding en inclusie via een tijdelijke woning 150 150 L'Ilot

UITWEG – een innovatief project voor begeleiding en inclusie via een tijdelijke woning

Van het begin van het project in maart 2020 tot op 1 september 2021
- zijn 41 dakloze personen in 24 UITWEG woningen ingetrokken, dankzij een samenwerking met 4 huisvestingspartners;
- werden 51 dakloze personen begeleid in het kader van UITWEG, alsook krakers, vrienden en familieleden van mensen die een tijdelijke woning hadden;
- was de tijdelijke woning voor 13 mensen een opstapje naar een definitieve woning;
- heeft de tijdelijke woning 15 mensen de kans geboden om zich administratief opnieuw met alles in orde te stellen.

Voor wie? Waarom?

We stellen vast dat er in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest steeds meer dakloze personen zijn, dat er tegelijkertijd ook steeds meer woningen in Brussel leegstaan, en dat de opvangcentra overvol zitten. Daarom hebben ‘t Eilandje, DIOGENES, de SMES, Hoeksteen en de New Samusocial  besloten om hun expertise samen te leggen en UITWEG te creëren. Dit innovatieve project is ontstaan uit de wil om dingen anders te benaderen en een bijkomend alternatief aan te bieden, naast de bestaande projecten uit de sector van de hulp aan daklozen.

Het project UITWEG beoogt dan ook een maatschappelijke herintegratie dankzij een tijdelijke individuele woning en een sociale begeleiding op maat.

Hoe? Via meerdere partners en een innovatieve methode

Het project UITWEG wordt gefinancierd door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) en wordt gesteund door Bruss’help, het krijgt concreet vorm dankzij ‘overeenkomsten voor tijdelijke bewoning’ die met verscheidene openbare of private actoren worden ondertekend, zoals de Openbare Vastgoedmaatschappijen (OVM), de Sociale Verhuurkantoren (SVK), CityDev (Ontwikkelingsmaatschappij voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) of andere partners die aan het project UITWEG willen meewerken. De woningen zijn individueel.

UITWEG grijpt het feit dat woningen leegstaan aan als een opportuniteit om er tijdelijk dakloze personen te huisvesten.

Dat gebeurt volgens een innovatieve aanpak met 3 operationele krachtlijnen; de vijf organisaties werken samen aan een aangepaste begeleiding van de betrokkene die de tijdelijke woning betrekt.

Elke krachtlijn werd uitgewerkt om aan specifieke noden te voldoen:

Krachtlijn 1: integratie door huisvesting via een intensieve coaching - deze krachtlijn wordt gedragen door de cel Woningzoeker en –creator (cel WZC) van ‘t Eilandje -

- Doelgroep: mensen met een stabiel inkomen die een blijvende woning zoeken

De cel Woningzoeker en –creator (cel WZC) biedt waardige, toegankelijke en duurzame huisvesting aan 26 diensten die daklozen of mensen in zeer precaire situaties in het Brussels Gewest begeleiden, volgens een toewijzingssysteem dat door haar stuurcomité is goedgekeurd. Als operator van de krachtlijn 1 van het UITWEG-project verleent de cel WZC zijn partners toegang tot de ISSUE-woningen.

De tijdelijke woning van UITWEG helpt om een intensieve coaching door twee facilitatoren (een vastgoedmakelaar en een maatschappelijk werker) op te starten.   De stabiliteit die de tijdelijke woning biedt, maakt dat de coaching beter werkt, ze faciliteert de aanwezigheid van de betrokkene bij de administratieve stappen, en ze geeft de betrokkene de kans - doordat hij/zij al een eerste woonervaring heeft - om zich grondig voor te bereiden op een start in een definitieve woning.

Sinds de start van het UITWEG-project in maart 2020 heeft de cel WZC via de krachtlijn 1 aan 11 mensen van 9 verschillende diensten een UITWEG woning geboden en in totaal 17 mensen ondersteund (inclusief gasten van bewoners en mensen die zonder woning worden ondersteund). Van deze 17 personen zijn er 9 in duurzame huisvesting terechtgekomen, één in Housing First-accommodatie, één in een transitwoning, één in een opvangtehuis en één in een cohousing. Op dit moment, bezetten 4 mensen nog steeds een van de UITWEG woningen.

 

Krachtlijn 2: Adempauze, rust, het openen van de rechten voor dakloze personen- deze krachtlijn wordt gedragen door DIOGENES, Hoeksteen en de Samusocial -

- Doelgroep: mensen op straat die nood hebben om fysiek of psychisch uit te rusten, die zichzelf uitsluiten van de noodopvangcentra of hier geen plaats vinden, of diegenen die noodopvang langdurig blijven gebruiken.

In deze krachtlijn komt het erop aan om - via een tijdelijke woning - een adempauze en rust te geven. De verblijfsstatus noch de administratieve en financiële situatie zijn een toegangsvoorwaarde. In dat opzicht zijn de kosteloosheid van de woning en de mogelijkheid tot domiciliëring van cruciaal belang omdat die elementen de kans geven om de nodige administratieve stappen te zetten, zeker voor mensen met een kwetsbaar statuut.  Via de bijhorende gepersonaliseerde begeleiding, kunnen we werken aan het herstel van hun rechten, kan de zorg en de hulp weer opgenomen worden, kan de betrokkene zich administratief weer in regel stellen, enz.

Krachtlijn 3: Toegang tot een doorgangswoning om (opnieuw) naar een woning van het type ‘Housing first ’ te gaan – deze krachtlijn wordt gedragen door DIOGENES en SMES –

-  Doelgroep: dakloze personen die bijzonder kwetsbaar zijn door een samenloop van problemen, met name inzake geestelijke gezondheidszorg en verslavingsproblematieken, en die definitief van straat weg willen; mensen die tijdelijk niet meer kunnen functioneren in het keurslijf van een klassieke woning.

Voor deze personen biedt de UITWEG woning en de bijbehorende globale psychologische, medische en sociale begeleiding, de mogelijkheid tot een (intensieve) begeleiding in hun zoektocht naar een blijvende woning en is het een opstapje naar een duurzame woonst.