Illustratie Prisca Jourdain
Wanneer kinderen in ‘t Eilandje aankomen, beschouwen hun ouders hen vaak gewoon als ‘bagage’, als een aanhangsel, en niet meer als een volwaardig persoon. Dat is het resultaat van de hele lijdensweg die élk gezin heeft doorgemaakt voor het in een van onze drie opvanghuizen aanbelandt. Ook al blijft de liefde die hen aan hun kinderen bindt altijd groter, toch slagen veel moeders en vaders die tot over hun oren in de problemen zitten, verteerd worden door de problemen en ontzettend veel schaamte voelen dat het zo ver gekomen is, niet meer de kracht om hun kinderen op de eerste plaats te zetten. Maar wie wel?
De maatschappelijke teams van onze vereniging – en zeker de verantwoordelijken voor de steun bij het ouderschap en de referenten voor kinderen – zijn er vooral om ‘de kinderen’ opnieuw een plaats te geven in het traject van hun ouders, die vaak menen dat een baby of een peuter toch niet veel begrijpt van de situatie waar ze in zitten. Maar ook al kan een kind nog niet spreken, het voelt wel veel: stress, angst, onzekerheid …
In functie van hun leeftijd en van de relaties met hun naaste omgeving, hebben kinderen wanneer ze bij ’t Eilandje aankomen, meer of minder ‘schade’ opgelopen door de beproevingen die ze hebben doorstaan. Sommigen drukken niet uit en tonen ook niet meteen in hoeverre ze getekend zijn door de gebeurtenissen.
De professionnals zijn dus erg aandachtig voor de uitgedrukte emoties, voor de plaats die men aan de kinderen laat, voor het respect voor hun behoeften (ritme, spelletjes, luisteren, enz.). Want wanneer dingen onbespreekbaar blijven, leidt dat geheid tot negatieve gevolgen voor het gezin. Er moet dus een belangrijk werk verricht worden om te zorgen dat kinderen die in het opvanghuis zitten, zich kunnen uiten via specifieke activiteiten en individuele gesprekken.
Wanneer alles goed loopt, zijn de kinderen uiteindelijk erg tevreden dat ze in ’t Eilandje zijn: er zijn veel vriendjes, spelletjes, activiteiten, … Het is het verlengde van de school, die andere kleine cocon die ver van alle problemen weg is. Er ontstaan affectieve en vertrouwensbanden, met de opvoeders en opvoedsters, andere bewoners en hun kinderen. Het team moet er wel op letten dat die banden niet tot nog meer moeilijkheden leiden bij het vertrek: wanneer men zich hecht, is het nog moeilijker om “tot ziens” te zeggen, om dat hele proces opnieuw te doorlopen in een ander opvanghuis of in zijn nieuwe woning als ons team er een heeft kunnen vinden voor het gezin. Om dat op te vangen, kunnen de activiteiten om het ouderschap te ondersteunen nog een tijdje doorlopen nadat een gezin het opvanghuis van ’t Eilandje heeft verlaten.
Ook al doen de teams al wat ze kunnen om de onschuld van de kinderen te bewaren, ze worden regelmatig geconfronteerd met geweld, met crisissituaties of met de geestelijke gezondheidsproblemen van andere bewoners van het opvanghuis. De opvoeders en maatschappelijk assistenten kunnen er met hen over spreken… tenzij hun ouders dat weigeren, wat jammer genoeg vrij vaak gebeurt.
Er kan nog veel vooruitgang geboekt worden opdat de kinderen er in de best mogelijke omstandigheden opgevangen worden en kunnen verblijven, te beginnen met lokalen die beter aangepast zijn aan hun specifieke behoeften: momenteel kunnen we in het opvanghuis geen gesprek met een ouder en/of diens kinderen voeren zonder dat we gestoord worden of kunnen gehoord worden door mensen die in de gang spreken en soms roepen …
Er moeten dringend structurele middelen worden vrijgemaakt opdat de kinderen kunnen genieten van lokalen die volledig aangepast zijn aan hun behoeften en opdat er initiatieven worden opgestart om hen te begeleiden, te omkaderen, op de best mogelijke manier als hun gezin in een kwetsbare situatie zit.