Hoeveel van je tijd gaat dagelijks naar verborgen dakloosheid?
Dat is best wel veel, eigenlijk. Dat hangt samen met het schuldgevoel, het gevoel van schaamte dat elke gebruikster mee zich meedraagt. Dat is het rechtstreekse gevolg van het gebrek aan steun, hulp en luisterbereidheid waarmee die vrouwen in de loop van hun hele traject geconfronteerd worden. Daar begint het schuldgevoel al.
Volgens het discours dat de vrouwen in hun omgeving vaak horen, is het normaal dat ze het geweld hebben ondergaan dat er vaak toe leidt dat ze daarna op straat belanden. Dat geweld kan fysiek, seksueel, psychologisch of economisch zijn, maar is altijd de aanleiding voor een traject op de dool.
Een traject dat vervolgens leidt naar een zeer kwetsbare situatie, en dan naar dakloosheid, wat ze niet willen uit vrees voor een oordeel. Dat is een van de vormen van verborgen dakloosheid. En het is vooral een vicieuze cirkel die hen niet helpt om hun leven herop te bouwen, het helpt niet om te herstellen.
Hoe kan je een vertrouwensband opbouwen met mensen die zich zo onzichtbaar moeten maken om hun situatie te verbergen?
Het is nooit onze bedoeling om te overtuigen. En zo potentieel tot nog meer geweld te leiden. Het is enkel ons opzet om een band, een relatie te creëren. Om onder woorden te brengen wat men in hun privéleven meestal verzwijgt. Wat taboe is. Waarover het stil blijft. Over wat verborgen is. Over wat men niet zou willen zien, maar er wel is. Ik zou zeggen dat er niet één manier is om te werken. We passen ons vooral aan aan de persoon die we tegenover ons hebben, aan het verhaal dat die ons vertelt, maar de basis is altijd de luisterbereidheid.
Is een deel van uw werk niet om te zorgen dat die vrouwen hun situatie onder ogen zien en aanvaarden?
We zien alleszins dat vele moeders, wanneer ze bij ons aankomen, ‘t Eilandje niet willen zien als een Opvanghuis voor daklozen. Ze zeggen liever dat het een vakantiehuis is. Een plaats waar hun kinderen zich goed gaan voelen, waar ze zich gaan kunnen amuseren. En heel snel moeten wij zeggen dat we geen vakantiehuis zijn. Ook daar is het een kwestie om de realiteit te benoemen. Want die realiteit aanvaarden is een essentiële stap om je leven te kunnen heropbouwen. Uiteraard passen we ons aan de leeftijd van elk kind aan, maar het is ook onze job om uit te leggen dat mama op dit moment wat moeilijkheden heeft en dat ze hier een plaats hebben om zich veilig te voelen en om de hulp te vinden die ze nodig hebben. En om te proberen zo spoedig mogelijk opnieuw een eigen thuis te vinden.
Statistisch zouden nauwelijks meer dan 20% van de daklozen vrouwen zijn. We weten echter dat die officiële cijfers een vals beeld geven. Hoe kunnen we uitleggen dat die vrouwen zo weinig zichtbaar zijn op straat?
Omdat vrouwen weten dat ze nergens veilig zijn. Ze zijn zelfs thuis niet veilig, waar ze met partnergeweld te maken hebben. En al helemaal niet op straat, die ze ten allen prijzen vermijden omdat de openbare ruimte, vooral ‘s nachts, een risico op agressie inhoudt. Plots, wanneer ze geen woning meer hebben, omdat ze een gewelddadige partner hebben verlaten of omdat ze als alleenstaande moeder de rekening niet meer alleen kunnen betalen, hanteren ze een hele resem strategieën om de straat te vermijden: bij een vriendin op de bank slapen, tijdelijk in een auto logeren, enz. Wanneer ze op straat zijn, doen ze er alles aan om niet gezien te worden en agressie te vermijden: de hele nacht blijven stappen, zich mannelijk voordoen, enz. En vooral zorgen dat het niet opvalt dat ze ronddolen. Al die situaties van verborgen dakloosheid ontsnappen aan de tellingen, waardoor volgens de statistieken minder vrouwen dan mannen op de dool zijn. Hoewel we wel degelijk zien dat ze duidelijk in zeer kwetsbare situaties verkeren.
Feit is dat wanneer een vrouw bij ons aanklopt, ze een enorme weg heeft afgelegd. Ook omdat er echt schrik is om over de drempel te gaan. Voor ze bij ons binnenkomen, hebben ze al lang verborgen en in een grote eenzaamheid geleefd.
De interview van Axelle Lemaire, maatschappelijk werkster en assistent-psychologe in het Crisisopvanghuis voor vrouwen en gezinnen van ‘t Elandje.