Eva, 20 jaar, is vrijwilliger “kinderen” in het Opvanghuis voor gezinnen van ‘t Eilandje in Brussel en ze probeert haar tijd te optimaliseren door diegenen te helpen die er nood aan hebben.
Wat is je relatie met de kinderen die je in ‘t Eilandje begeleidt?
Ik probeer niet in de intieme vriendenkring te komen, uit schrik me op te dringen of om trauma’s op te rakelen. Maar als ze over iets willen vertellen, weten ze dat het zeker kan. Ik ga bij voorbeeld nooit naar de kamers boven; dat is een grens die ik mezelf opleg. Ik blijf geconcentreerd op de zuiver schoolse aspecten. Ik probeer het etiketje van een ‘klassieke’ juf te vermijden maar sta wel iets dichter bij hen, op een vriendschappelijk niveau.
Voel je dat er een echte vraag vanwege de kinderen is?
Ja, heel duidelijk. “De ouders van de kinderen die ik help, kennen geen Frans. Uiteraard hebben die kinderen dus hulp nodig bij hun huiswerk. Omdat de ouders zich niet echt om hun schoolwerk kunnen bekommeren, die ouders hebben trouwens andere prioriteiten, andere noden. En dat is normaal. Wanneer ik dinsdag aankom, voel ik dat ze me verwachten. Maar voor de kinderen zou ik eigenlijk alle dagen moeten komen. Want in tegenstelling tot wat men soms denkt, zijn die kinderen echt gehecht aan de school, ze willen niet uitvallen.
Maar als je in mei nog geen Frans kent, ga je in september de ‘futur antérieur’ nog niet kunnen vervoegen! Van buitenaf lijkt dat soms absurd, maar zo is het. Er zijn te weinig inspanningen om die doelgroepen te begeleiden. Ik vind dat het schoolsysteem zelf niet aan hun noden is aangepast.
Wat levert deze ervaring voor jou persoonlijk op?
Ik krijg veel erkenning. Wanneer ik zie dat leerlingen van het zesde leerjaar niet weten wat een kommagetal is, dan is onze hulp echt nodig. Ik maak vaak vervoegingsfiches voor hen. Wanneer ik dan zie dat sommigen van de kinderen die fiches over in huis meer naartoe nemen, zie ik dat mijn werk zinvol is. Dat geeft voldoening. Ik voel me nuttig.
Het interview met Eva, vrijwilliger “kinderen” bij ‘t Eilandje.