Wanneer de corona-crisis nog ‘ns bovenop de sociale crisis komt
In november 2018 waren meer 4000 mensen dakloos in Brussel. De telling van deze winter zal ons tonen hoezeer die cijfers gestegen zijn.
Hoeveel in Vlaanderen? Hoeveel in Wallonië? Er is geen enkele recente statistiek die het ons kan zeggen. En we hebben nog minder een idee van het aantal mensen dat recent plots in armoede of een kwetsbare situatie is beland en nu dakloos dreigt te worden.
Veel mensen verliezen hun job, en iedereen die in de sociale sector actief is, weet dat de volgende stap is dat de ene na de andere zijn woning gaat verliezen. Onze preventiediensten worden overstelpt met telefoontje van mensen die “op de rand staan” en bijna gaan vallen. De OCMW’s kunnen niet meer volgen... Onze teams op het terrein ook niet meer. Ze kunnen niet alle hulpvragen beantwoorden.
Het aantal mensen dat iets zal moeten bedenken om tijdelijk een onderdak te hebben, gaat exponentieel stijgen: een nacht bij vrienden, de volgende in de auto, .... tot ze zich erbij neerleggen en bij een centrum voor noodopvang aankloppen.
Wat we ook weten, is dat door de zware sociale crisis die bij de corona-crisis hoort, ook het ‘profiel’ van onze doelgroep onrustwekkend breder wordt. Bepaalde groepen kennen we al jaren: de blanke veertiger die een “tegenslag” heeft gehad; vrouwen die, hoewel ze geen middelen hebben, de moed hebben samengeraapt om hun gewelddadige partner te verlaten; jongeren die de band met hun familie verbroken hebben; mensen die (omdat er geen middelen zijn voor ene herintegratiebeleid) hun vertrek uit de gevangenis niet hebben kunnen voorbereiden; mensen met geestelijke gezondheidszorgen die in gespecialiseerde centra zouden moeten worden opgevangen; alleenstaanden die met hun pensioentje de exorbitante prijzen van een rusthuis niet kunnen betalen.
Bij deze groepen die onze teams op het terrein al lang kennen, komen nu ook gezinnen die onlangs uit hun huis zijn gezet omdat ze de huur niet konden betalen; alleenstaande moeders die geen eten meer kunnen kopen; mensen waarvan het inkomen deels weggevallen is door de technische werkloosheid of doordat hun sector stilligt; studenten die hun job verloren zijn en waarvan de familie (die het zelf moeilijk heeft) hen niet kan steunen; mensen die in het zwart of in de prostitutie werkten en die van de ene dag op de andere zonder enig inkomen zijn gevallen.
Kortom: iedereen die het tot voor de corona nog nét redde en die volop getroffen is door de corona-crisis.
Deze nieuwe gezichten van de armoede zijn 25, 47, 19 of 58 jaar, ze heten Paul, Safia, Sven of Aleksandra, gisteren woonden ze misschien nog naast u, gingen ze naar dezelfde winkel als u, speelden hun kinderen samen met die van u in het park. Hun professionele situatie was al lang en ook al voor de corona-crisis veel te zwak, hun woning te duur en te klein, hun sociaal leven te beperkt, hun voorraadkast te leeg… “Te weinig van alles” was al lang hun dagelijkse lot.
De organisaties op het terrein werken zich al jaren uit de naad en vragen al jaren wegen om uit de dakloosheid weg te raken: meer woningen aan huurprijzen die voor zeer lage inkomens haalbaar zijn, een preventiebeleid dat die naam waardig is, een echt integratiebeleid voor wie uit de gevangenis komt, een ambitieus en doeltreffend plan om echtelijk en intrafamiliaal geweld tegen te gaan, een visie om vastgoedspeculatie in de grootsteden te counteren, een beter inzicht in de specifieke realiteit van ronddolende jongeren en van mensen met een verslavingsproblematiek of met een geestelijk gezondheidsprobleem, een migratiebeleid dat een moderne democratie waardig is, enz.
De antwoorden laten op zich wachten.... En het aantal mensen dat bij deze sector aanklopt, blijft stijgen.
De corona-crisis en haar opeenvolgende effecten hebben de sombere balans nog somberder gemaakt. Zoals François Bertrand, directeur van Bruss’help, het gewestelijk orgaan dat de hulp aan daklozen coördineert, benadrukte in een interview met Alter Echos in de zomer van 2020, hebben de pandemie en haar beperkingen de diensten van de hulp aan daklozen hard getroffen:
“Vanaf de eerste weken van de crisis kregen we mensen die daarvoor hun plan nog konden trekken om ergens terecht te kunnen, bij vrienden of familie, of in ongezonde of veel te krappe woningen. Onze diensten werden geconfronteerd met een hele reeks mensen die afhaakten, die hun werk verloren of die een vervanginkomen hadden en voor wie Corona alle inkomsten hebben ingeperkt of gewoon weggeplukt, waardoor ze dakloos werden.“
Het probleem van dakloosheid wordt al lang aangepakt als “brandjes blussen”. Elk jaar wanneer de temperaturen dalen, reageren de politieke overheden al jaren met winterplannen die ook elke lente weer opgeborgen worden zodra de temperaturen weer stijgen. Op de sociale crisis die meteen volgde op de corona-crisis en die de sector van bij de start al voelde komen, hebben ze gereageerd met oplossingen die snel-snel moesten worden bedacht. Met souplesse en reactiviteit, zeker, in samenwerking met de sector, gelukkig, maar ze tonen noodzakelijkerwijze hun beperkingen als ze niet kaderen in een globale en geïntegreerde aanpak die gebaseerd is op het streven naar structurele oplossingen die rekening houden met alle uitdagingen van de sociale sector.
Naast de noodmaatregelen die in volle lockdown zijn bedacht, zoals het idee om de allerzwaksten in “solidaire hotels” onder te brengen, kadert de werking van de teams van ‘t Eilandje in een globale visie die het hele jaar door een waaier complementaire diensten wil aanbieden, die allemaal gericht zijn op waardige en blijvende oplossingen.
‘T Eilandje heeft als ambitie “weg uit de dakloosheid”. We weten dat ons werk om deze ambitie te realiseren, morgen nog moeilijker zal zijn dan het vandaag al is. Voor de groepen die bijna vergeten werden door de pandemie, voor iedereen die al jarenlang begeleiden, blijft onze inzet onverminderd en is onze vastberadenheid groter dan ooit. Deze ambitie is haalbaar voor een solidaire maatschappij waarin ieder van ons een rol kan spelen.
Dank u om ervoor te kiezen samen met ons een rol te spelen!
Ariane Dierickx,
Algemeen Directrice van ‘t Eilandje
De krachtlijnen van de werking van 't Eilandje
De werking van ‘t Eilandje is opgebouwd rond 5 krachtlijnen:
- Noodopvang Overdag in het dagopvangcentrum in Brussel. ‘S nachts in twee opvanghuizen in Brussel.
- Tijdelijk onderdak Twee opvanghuizen voor alleenstaande mannen (in Brussel en in Charleroi) en een opvanghuis voor vrouwen en gezinnen (in Brussel)
- Opleiding en tewerkstelling Een project voor sociale economie “Eten van 't Eilandje”, dat een vooropleiding voor horeca-beroepen geeft en een commerciële activiteit uitwerkt door een gamma bio-voedingswaren te verkopen.
- Huisvesting De Brusselse cel Woningzoeker en –creator (cel WZC), de sociale vastgoedcoöperatieve Home Sweet Coop, thuisbegeleidingsdiensten in Brussel en in Wallonië.
- Gezonde voeding Voedselinzameling en een participatieve moestuin.
Noodopvang Wordt beschouwd als een manier om een antwoord te bieden op de meest noodzakelijke behoeften van mensen die op straat wonen (een onderdak vinden, rusten, eten, drinken, zich wassen, enz.) Doelstelling van ‘t Eilandje: de allerzwaksten of mensen in nood kunnen bereiken en alvast hun meest dringende noden kunnen lenigen, voor we een gepersonaliseerde psychosociale begeleiding uittekenen.
Tijdelijk onderdak Geeft de opgevangen mensen en gezinnen de kans om zichzelf weer ‘op te bouwen’, stabiliteit in hun leven te krijgen en een stand van zaken op te stellen over hun toestand (administratief, familiaal, financieel enz.). Elk van de drie opvangtehuizen van ‘t Eilandje is een huis “op mensenmaat”, waar we de capaciteit bewust beperkt houden om het welzijn en de geborgenheid van de bewoners te behouden.
Opleiding en tewerkstelling Mensen met een verleden als dakloze of in en zeer zwakke positie, naar een job begeleiden, teneinde hun zelfvertrouwen weer op te bouwen door nieuwe vaardigheden te verwerven. Voor ‘t Eilandje staat de kwestie van waardigheid centraal: de sociale ontvoogding verloopt met name via financiële onafhankelijkheid.
Huisvesting Waardige en blijvende woonoplossingen ontwikkelen en thuisbegeleiding hangen onlosmakelijk samen om aan mensen die net opnieuw een woning hebben gevonden, de kans te geven zich hun nieuwe woning eigen te maken, hun situatie te stabiliseren en een nieuw sociaal netwerk op te bouwen in hun wijk.
Voeding. Door al haar diensten en verscheidene van haar partners uit de sector van de hulp aan daklozen in te schakelen, kan ‘t Eilandje aan de begeleide mensen gezonde en duurzame voeding aanbieden, via het aanbod van maaltijden in de opvanghuizen en de verdeling van voedselpakketten voor mensen die net terug in een eigen woning zitten.
En u?
Engageer u samen met ons en doe iets concreets voor de allerzwaksten!
Word:
- Schenker: stort een schenking op onze bankrekening (BE33 0017 2892 2946) of via onze online schenkpagina op ilot.be. Uw steun is onmisbaar om de diensten van 't Eilandje ter beschikking van de daklozen te houden, ongeacht of die steun occasioneel of regelmatig is.
- Vrijwilliger: de activiteiten van ‘t Eilandje worden ook gesteund door vrijwilligers, die ingezet worden om mensen in een zeer kwetsbare situatie te begeleiden. Als u zich wil engageren door een stuk van uw vrije tijd aan onze vereniging te besteden, telefoneer ons (02/537 20 41) of mail ons (info@ilot.be).
- Solidaire onderneming: wil u dat uw onderneming solidair wordt door de werking van ‘t Eilandje te steunen? Telefoneer ons (0483/497540) of mail ons (gerlache@ilot.be) als u een van onze projecten wil sponsoren, de 20 km van Brussel ten gunste van ‘t Eilandje wil lopen of met onze diensten een teambuilding activiteit wil organiseren.
- Erflater: het opstellen van uw testament is een belangrijk moment in uw leven. Met uw testament laat u uw idealen en uw waarden voortleven; door een deel van uw goederen via een legaat aan ‘t Eilandje na te laten, stelt u een krachtige, geëngageerde en solidaire daad. Als u daar vragen over hebt, kan u steeds bij ons terecht en we zullen u bij elk stap van deze vrijgevige daad begeleiden. Telefoneer ons (0483/497540) of mail ons (gerlache@ilot.be) als u meer informatie wil.
- Fundraiser: uw adresboek kan ons helpen om ons publiek meer en beter te helpen! U weet dat u een spaarpot kan openen ter gelegenheid van een verjaardag, een huwelijk, een sportieve uitdaging, een pensionering of gewoon voor een occasionele steun. Dat kan in enkele klikken via : https://agir.ilot.be/.
Clara was 24 toen ze voor het eerst op straat sliep.
Het verhaal van Clara* is uniek, net zoals dat van de bijna 1.500 kinderen, vrouwen en mannen die de diensten van 't Eilandje elk jaar begeleiden. Ze werkte als dienster in een restaurant. Maar het restaurant ging over kop door de Corona-crisis; het had niet genoeg financiële reserves. Het restaurant ging dus definitief dicht. En zo verloor Clara haar job.
Ook haar relatie heeft de lockdown niet overleefd. Na verscheidene bijzonder heftige ruzies met haar vriend, nam Clara haar moed bijeen: midden in de nacht is ze vertrokken, met haar driejarig zoontje Lucas.
Ze had geen andere keuze dan Lucas dringend bij een goede vriendin achter te laten. Uit fierheid heeft ze niet veel uitleg gegeven; ze heeft haar gezegd dat het een tijdelijke situatie was.
En Clara zelf wordt dakloos.
Aanvankelijk dwaalt Clara uren door de straten. Ze zoekt hopeloos naar een oplossing die ze niet vindt. Naar iemand die haar kan helpen om uit die situatie weg te raken.
Wanneer ze te moe is, rust ze in een park. Ze probeert zich voor te doen als toerist. Niet dat het uitmaakt; niemand kijkt naar haar om.
“Dat is wat wij vrouwen soms zelfs willen: niet gezien worden. Elk spoor van onze vrouwelijkheid uitwissen, geen make-up meer, ruime kleren dragen. Onzichtbaar worden, niet meer bekeken worden. En toch leven we op straat.”
Elke dag die voorbijgaat wordt het moeilijker, soms zelfs nog meer dan ‘s nachts. Want vrouwen op straat worden prooien.
Uiteindelijk belandt Clara in een kraakpand. Die oplossing geeft haar een gevoel van veiligheid. Op straat is een vrouw veel kwetsbaarder dan een man. Door zich bij andere mensen aan te sluiten, hoopt ze dat men haar met rust zal laten.
Maar het gegeven dat men dicht bij elkaar zit, met een totaal gebrek aan privacy, weegt steeds zwaarder. Daarbij komen de avances van één man in het bijzonder, die steeds meer aandringt...
Clara heeft steeds meer het idee om een tent te nemen en alleen haar plan te trekken. Zelfs al moet ze dan de grootste angst onder ogen zien van een vrouw die alleen op straat woont: de overvallen en het geweld, maar nog meer het seksuele geweld en daarmee ook het risico op SOA’s en een ongewenste zwangerschap…
Op een dag komt Clara voorbij het Dagopvangcentrum van ‘t Eilandje. Ze kan er gebruik maken van basisdiensten. Zo kan ze daar douchen, uitrusten en iets eten en drinken.
Parallel daarmee krijgt Clara ook psychosociale begeleiding: in de loop van de opeenvolgende gesprekken wordt er actief, welwillend en empathisch geluisterd en kan ze eindelijk haar lijden, haar angsten, haar hoop uitspreken, of het nu gaat over het geweld dat ze heeft ondergaan, hoe moeilijk het is om haar zoon in normale omstandigheden te zien of de toekomstvooruitzichten.
Stap voor stap begeleiden we haar bij haar stappen om administratief weer in orde raken, en meer bepaald haar recht op een inkomen te herstellen.
Uiteindelijk wordt ze opgevangen in het opvangtehuis voor vrouwen en kinderen van ‘t Eilandje. Ze krijgt er een gezinskamer waar ze samen met haar zoon kan verblijven; samen kunnen ze opnieuw op een normale manier samen zijn, veilig en onder hetzelfde dak slapen en aan een toekomstplan beginnen.
Dit verblijf in een opvangtehuis heeft Clara de kans gegeven om een zekere stabiliteit te vinden door een stand van zaken op te maken van haar eigen situatie. Langzaamaan en in alle sereniteit kan ze een nieuwe start nemen.
Op een dag kunnen zij en haar zoontje zelfs een dagje naar zee, met het maatschappelijk team en de andere bewoners: Lucas ziet voor het eerste de zee, hij bouwt er de hele namiddag zandkastelen met andere kinderen; voor het eerste in lange tijd speelt en lacht hij weer .... als een kind.
Clara zelf neemt in een volgende stap deel aan het project voor sociale economie Eten van ‘t Eilandje: ze leert er originele recepten bereiden op basis van enkel bio-producten, die daarna aan particulieren worden verkocht.
In de loop van die opleiding leert ze de basisregels van veiligheid en hygiëne, het belang van verhoudingen en hoeveelheden, de garingstemperatuur van de ingrediënten, enz. Door haar passie voor koken weer op te pikken en die met anderen te delen, krijgt Clara ook opnieuw zelfvertrouwen en zelfrespect.
Momenteel heeft Clara opnieuw een job: ze is keukenchef geworden in een sociaal restaurant. Onze teams hebben haar ook geholpen om een woning te vinden, een gelijkvloers appartementje, waar ze samen met haar zoontje woont.
* schuilnaam
Pierre
Pierre* is 42 jaar. De straat heeft hij jarenlang gekend. De situatie waar hij nu in woont, had hij niet zien aankomen.
Na een omscholing, wordt hij geschiedenisleraar als interim. Jammer genoeg volstaat zijn passie voor zijn beroep niet om de facturen te betalen. Pierre heeft een gevorderd stadium van diabetes en is daardoor vaak afwezig op zijn werk. De opdrachten worden steeds zeldzamer.
Pierre en zijn vriendin hebben twee kinderen, Tom (10 jaar) en Maya (5 jaar), en ze besluiten uit elkaar te gaan. Pierre verlaat de woning waar hij zijn kinderen heeft zien opgroeien en besluit hen bij hun moeder te laten, maar waar kan hij naartoe? Hij komt al snel in een depressie terecht en verliest greep op de situatie.
Een vriend is bereid Pierre een tijdje bij hem te laten logeren. Maar het appartement is piepklein: Pierre moet op de zetel slapen. Het samenleven wordt al snel onmogelijk, en de relatie tussen de beide vrienden verslechtert... Hij moet vertrekken. Opnieuw vertrekken, maar waarheen?
Dan ontdekt Pierre de wereld van ‘de straat’. In de loop van de jaren ontwikkelt hij ook daar enkele gewoontes. Om het warm te krijgen, heeft hij zijn plaatsje in de metro, altijd hetzelfde. Na een tijd heeft hij geen enkele referentieadres meer en is hij van de administratieve radar verdwenen, en dus ontvangt hij ook geen werkloosheidsuitkering meer. Zijn bankkaart was sowieso al gestolen...
Via-via hoort Pierre spreken over de diensten van 't Eilandje. Zodra hij over de schaamte over zijn situatie heen is gestapt, telefoneert hij en wordt hij naar een opvanghuis voor mannen doorverwezen, waar hij al snel terecht kan voor een tijdelijk verblijf.
De eerste weken zijn moeilijk, maar hij is tenminste niet meer alleen. Hij luistert naar de levensverhalen van de mensen met wie hij tijdelijk zijn leven deelt. In de tuin van het huis krijgt Pierre interesse voor het oogsten van de honing, het kweken van groenten en fruit. Na enkele weken rust, zet hij met de steun van de teams van ‘t Eilandje de eerste stappen om zijn nieuwe start voor te bereiden.
Sinds Pierre op straat woonde, zag hij zijn twee kinderen niet meer. Hij wilde niet dat ze zich ongerust maakten, dat ze hun vader in die precaire situatie zagen. De rest van zijn familie is niet op de hoogte van zijn situatie. Zijn ouders denken dat hij bij een vriend woont. Wanneer hij het opvanghuis overdag verlaat, zorgt hij dat men hem niet kan herkennen, uit schrik iemand uit zijn entourage te ontmoeten.
Tijdens zijn verblijf begeleiden de maatschappelijk assistenten en de opvoeders hem bij al zijn stappen. Hij heeft zijn vertrek uit opvanghuis te danken aan de cel woningzoeker en –creator (cel WZC) die een blijvende woning voor hem vindt.
Sinds twee maanden slaapt Pierre opnieuw “thuis’”. Hij waardeert de dagelijkse routine die hij opnieuw heeft gevonden. Zijn thuis werd aangekocht via een particulier: een sociale investeerder die, via ‘t Eilandje, heeft besloten om daklozen opnieuw aan een behoorlijke woning te helpen.
Het appartement is klein maar comfortabel en vooral: het heeft twee slaapkamers; de zijne en een voor de kinderen, zodat ook die opnieuw bij hun vader kunnen verblijven. Dankzij een oproep om solidariteit op de sociale media op initiatief van de dienst Thuisbegeleiding, heeft Pierre zelfs twee bedden en speelgoed gevonden om in de kinderkamer te zetten.
In afwachting dat zijn financiële situatie verbetert, blijft Pierre een keer per week naar ‘t Eilandje komen voor een voedselpakket. Bij die bezoekjes krijgt hij de steun van het sociaal team bij de administratieve stappen die voor hem erg ingewikkeld blijven, en zo kan hij ook het contact onderhouden met bepaalde bewoners die ondertussen vrienden zijn geworden.
* schuilnaam
't Eilandje in 2019
1171 mensen die begeleid werden door de diensten van 't Eilandje
- 97 kinderen
- 30 gezinnen
- 237 vrouwen
- 837 mannen
22.651 overnachtingen in een opvanghuis
121 mensen vonden opnieuw een woning
47.028 maaltijden
4.092 ontbijten voor mensen die op straat geslapen hadden
25.903 douches
546 wasbeurten
80 werknemers
37 vrijwilligers
Redactie: Nina Closson, Thibault Conrotte, Ariane Dierickx, Aude Garelly
Illustraties: Amélie Pécot
Vormgeving: Zeppoz.be